Van naroepen tot aanranding: 75 procent van de jonge vrouwen werd het afgelopen jaar seksueel geïntimideerd in het openbaar. Sinds een jaar is dat strafbaar, maar slechts 4 procent van de slachtoffers deed aangifte.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder bijna 2.000 vrouwen onder de 35 jaar. Vorig jaar trad een wet in werking die straatintimidatie strafbaar maakt. Daders kunnen maximaal 3 maanden de cel in gaan, of een boete krijgen tot 10.000 euro. Tot nu toe werden twintig mensen veroordeeld, blijkt uit cijfers die EenVandaag opvroeg bij de Raad voor de Rechtspraak.
Nageroepen, aangestaard, achtervolgd
Een schril contrast met de schaal waarop jonge vrouwen seksuele intimidatie meemaken. Zo werden 6 op de 10 van hen afgelopen jaar nagefloten en kreeg bijna de helft (46 procent) iets vervelends naar zich toe geroepen. Nog eens 45 procent werd op een seksuele manier aangestaard.
Maar ook zwaardere vergrijpen zijn geen uitzondering. Een derde (33 procent) werd achtervolgd. Een kwart (23 procent) werd ongewild aangeraakt en 15 procent zag dat iemand seksuele bewegingen maakte in haar richting. Van alle jonge vrouwen voelt ruim de helft (55 procent) zich ’s avonds niet veilig op straat, ’s nachts is dat zelfs tweederde (64 procent).
Drie keer lastig gevallen in een week
Sommigen vertellen liever niet over hun pijnlijke ervaring, maar er zijn ook een hoop jonge vrouwen die wel hun verhaal graag kwijt willen. “Vorige week nog ben ik drie keer lastig gevallen. Ik ben achtervolgd op het station en in de supermarkt.”
Ook een andere jonge vrouw in het onderzoek somt tal van voorbeelden op die ze het afgelopen jaar moest meemaken: “Aangehouden door een groep jongens die me niet wilden laten gaan door mijn fiets vast te houden, en achtervolgd worden door auto’s ’s avonds. Maar ook een man die over me heen komt hangen en seksueel getinte praatjes heeft bij het busstation of vaak oudere mannen die naar je kijken en je achtervolgen.”
‘Ken geen vrouw die dit niet meemaakt’
Vrouwen vertellen niet alleen over hun eigen ervaringen, maar schrijven ook over die van vrouwen om hen heen: “Ik wil wel meegeven dat ik geen enkele vriendin, zus, nicht of bekende ken die dit niet meemaakt. Het is een bizar groot probleem.”
Over de daders wordt meer dan eens genoemd dat het jongens of mannen zijn met een migratieachtergrond, maar meerdere slachtoffers benadrukken dat het mannen van alle leeftijden, afkomsten en lagen uit de samenleving zijn.
Intimidatie is mannenprobleem
Zo vertelt een van hen: “Wat ik persoonlijk heel vervelend vind, is dat er in deze gepolariseerde tijd veel gewezen wordt naar migranten als ‘usual suspects’. Maar ik word door allerlei mannen seksueel geïntimideerd. Dit is geen migrantenprobleem, maar een mannenprobleem.”
Deze vrouwen roepen mannen op elkaar aan te spreken in plaats van dat vrouwen met elkaar bespreken hoe ze dit kunnen voorkomen, zoals nu gebeurt.
4 procent deed aangifte
Maar een klein deel van de slachtoffers van straatintimidatie stapte naar de politie. Voornaamste reden is dat deze slachtoffers bang zijn dat het niet erg genoeg was. “Ik stopte het eerst weg, gaf mezelf de schuld. De ernst van de situatie zag ik pas later, maar nu vind ik het gek om alsnog naar de politie te gaan”, schrijft een slachtoffer.
Opvallend genoeg meldden ook slachtoffers van een zwaar vergrijp, zoals aanranding of gedwongen seksuele handelingen, het vaak niet omdat ze het niet nodig vonden of te licht vonden. Van de slachtoffers die zoiets heftigs meemaakten, deed slechts 1 op de 10 (11 procent) aangifte van hun nare ervaring.
Sleutelbos tussen vingers
Ook de vermeende lage pakkans van de dader was in deze groep een veelgenoemde reden om het niet te melden. Iemand zegt daarover: “Er viel niks te bewijzen want er was niemand anders bij en het was maanden geleden, en het zou mij veel tijd, energie en herbeleving hebben gekost.”
Op dit moment nemen jonge vrouwen vooral zelf maatregelen om vervelende ervaringen op straat te voorkomen. Zo loopt of fietst driekwart sneller in het donker, deelt de helft haar live locatie als ze op pad gaat en doet een kwart regelmatig alsof ze belt. Ook loopt 41 procent regelmatig of altijd met een sleutelbos tussen de vingers of ander voorwerp dat kan dienen als wapen voor het geval van nood.
Bron: Eenvandaag 2025